Crossing Lapland: Eén groot avontuur!

Je hebt naar Lapland reizen en je hebt naar Lapland reizen met Beyond Borders. Graag leg ik jullie even het verschil uit. De meeste mensen die naar Lapland reizen verblijven in één mooi hotel of één gezellige lodge en ondernemen van daaruit de ‘typische’ activiteiten: een rit met een sneeuwscooter, een tocht met de huskyslede, een sneeuwschoenenwandeling, een uitstap op zoek naar het wonderbaarlijke noorderlicht, noem maar op. Deze mensen trotseren ijskoude temperaturen, ontdekken de prachtige Lapse natuur, en weten dat ze ’s avonds terugkeren naar hun vertrouwde hotelkamer mét elektriciteit en badkamer. Voor veel mensen is dit de ideale formule. Ik kan me hier ook in vinden, toch zeker als het om een shortbreak gaat. Ik sluit zeker niet uit dat, als ik in de (verre) toekomst nog eens naar Lapland reis, dat ik dan kies voor één centrale uitvalsbasis kies. En als ik echt mag dromen –  moest ik ooit de Lotto winnen (maar dan moet ik eerst op de Lotto beginnen spelen natuurlijk) – dan is dat de Northern Lights Ranch of het Kakslauttanen Artic Resort.

Maar voor mijn eerste keer Lapland – en een koude bestemming tout court – wilde ik het avontuurlijker. En zo kwam ik bij Beyond Borders terecht. Daar denken ze echt out-of-the-box en over de landsgrenzen heen. “Wat als we Lapland nu eens doorkruisen?” Een zot idee, en logistiek gezien ook zeker niet evident. Joris en Jana vonden dan ook niet meteen een plaatselijke organisatie die dit zotte idee mee wilde waarmaken. Maar de aanhouder wint en zo geschiedde. Hoe ik uiteindelijk op deze reis botste, weet ik niet meer (Facebook vermoed ik). Ik was niet op zoek naar een reis naar Lapland, maar eenmaal ik de reisomschrijving gelezen had, was ik meteen verkocht! Ik heb nog geprobeerd enkele vrienden te overtuigen om mee te reizen (zonder succes), en heb me dan maar alleen ingeschreven. Er zou wel één leuke persoon in de groep zitten zeker?

Wat ik onderschat had, was niet de koude ter plaatse, maar wel de voorbereiding die bij zo’n reis komt kijken. Ik ben geen wintersporter, en buiten wanten en een sjaal had ik niets tegen de koude. Geen fleece (ik deel de mening van Jani Kazaltsis ;)), geen thermisch ondergoed, geen skibril en zelfs geen muts. Weken van op voorhand was ik bezig met goed materiaal aan te kopen, en gelukkig kon ik ook een aantal zaken lenen van vriendinnen (bedankt Britte, Marine en Renée!). Als er bij de reisomschrijving geen lijstje had gestaan met spullen die je moest meenemen, was ik helemaal verloren geweest. Later kregen we van Jana zelfs foto’s toegestuurd van de inhoud van haar sportzak (geen valiezen hier!). Zo kon ik alles meteen afchecken. Handig! Maar nog handiger was dat we het meeste outdoor materiaal ter plaatse kregen (een jas, een broek, schoenen, wanten en een helm).

Hoewel ik er vooraf in geslaagd was om alle nodige spullen te verzamelen, stond ik zaterdag, de dag voor vertrek, toch stijf van de stress. Wat als ik me echt niet zou kunnen amuseren, omdat het té koud was? Wat als de groep tegenviel? Dat waren mijn twee grootste zorgen. Nu, een week na terugkeer, kan ik opgelucht zeggen dat mijn twijfels ongegrond waren. Het was een onvergetelijke reis: ik heb superleuke mensen leren kennen (#friendsforlife), de Lapse natuur is betoverd (de Efteling 2.0) en ik heb gevoeld dat ik leef (adrenaline rush: check!).

Het begint al goed wanneer ik vroeg ’s morgens vanuit Lier een lift krijg van Laurence naar de luchthaven van Düsseldorf, van waar we vertrekken. Ook Irme rijdt mee, en zo hebben we vooraf al 2 uur de tijd om elkaar een beetje te leren kennen. Veel aangenamer om met drie een grote groep onbekenden te benaderen dan alleen! Na een vlucht van bijna 4 uur naar Kittilä – je landt precies echt in the middle of nowhere in een sneeuwvlakte! – en een korte busrit, komen we aan in Äkäslompolo, waar het bureau van Scandinavian Adventures zich bevindt. Daar krijgen we ons outdoor materiaal en korte instructies over hoe we een sneeuwscooter moeten besturen. Er is geen tijd te verliezen, want we moeten die dag nog ongeveer 110 kilometer afleggen naar onze slaapplaats en het wordt al donker! Gelukkig zitten we met z’n tweeën op de sneeuwscooter en kunnen we afwisselen. Al hebben Laurence en ik dat niet zo vaak gedaan, vermits ik elke rit (het waren er uiteindelijk 2) uit de bocht ben gegaan – gelukkig niet tegen een boom! Nee, zo’n sneeuwscooter besturen is echt niets voor mij. Ik heb het gevoel dat ik geen controle heb, en bij elke bocht doe ik in mijn broek. En er zijn veel bochten. Ergens wel spijtig, maar iedereen zijn talenten zeker? (Eén van mijn talenten is bijvoorbeeld grappig in slaap vallen op de bus. Met foto’s tot gevolg…) Gelukkig vindt Laurence het net superleuk om met de sneeuwscooter te rijden, dus dat is een win-winsituatie. Uiteindelijk komen we zonder grote incidenten – er zijn wel een aantal duo’s gekanteld met hun sneeuwscooters (wat een avontuur!) – na mindernacht aan bij onze wildernishut in Zweden. Ja, we steken de grens al over op dag 1!

In die wildernishut – een geheel van 2 slaaphutten, 1 hut als eetzaal, 1 sauna en 1 wc-kotje – brengen we uiteindelijk twee nachten door. Er is dan wel geen elektriciteit of stromend water, en de wc is een geüpgradede hudo, toch vind ik het allemaal best luxueus. En vooral ook heel gezellig! Kaarsen zorgen voor licht, kachels voor warmte. En of ik het warm heb gehad! Ik denk dat ik nog nooit zo hard gezweet heb ’s nachts. Ik heb écht getwijfeld om naar buiten te lopen en in de sneeuw te duiken. Maar ik wijk af. Dag 2 wordt een rustige dag, met een late én overheerlijke brunch, een leuke verkenning van de omgeving met cross-country ski’s (met het fameuze heuveltje waar de helft van de groep maar niet op geraakte, waardoor er maar 1 oplossing was: terugkeren), een zweetsessie in de sauna al dan niet in combinatie met rollen in de sneeuw (nadat de kettingzaag het had begeven bij het maken van het ijsgat) en een aantal spelletjes ‘Weervolven’. De batterijen zijn opgeladen, en dat is nodig want de komende twee dagen zullen we 100 kilometer afleggen met de huskyslede. Maar niet alvorens eerst nog 2 uur met de sneeuwscooter verder te rijden voor dag en dauw en te genieten van een uitgebreid ontbijt in de Pioneer Lodge (Kangos), waar ook Jeroen Meus en zijn gezin aanwezig zijn. Opmerking: Lapland ‘stikt’ van de Belgen en Nederlanders. Je kan dus niet zomaar alles zeggen wat je denkt 😉

Honden en ik, dat is niet de beste combinatie. Zeker niet als die honden ook nog eens onophoudelijke blaffen. En net dat doen de huskyhonden onophoudelijk wanneer we de kennel betreden. Horror! Iedereen bestuurt zijn eigen huskyslede die getrokken wordt door 4 honden (dus in het totaal zijn we met bijna 100 honden op pad! Ö). Het enige wat je moet doen, is recht blijven staan, de slede niet loslaten en zo nu en dan remmen of mee lopen in het geval van een heuvel. Het klinkt simpel, maar dat dacht ik ook van de sneeuwscooters, dus ik ben toch een beetje op mijn hoede. Het vertrek is het spannendste, zeker wanneer de honden zien dat de eerste sledes vertrekken. Dan worden ze helemaal zot! Maar van zodra je vertrokken bent, valt het best mee. De honden halen een snelheid van zo’n 10 à 15 kilometer per uur, dus ondertussen kan je rustig rondkijken en foto’s nemen – wat amper ging op de sneeuwscooter. Al word ik soms ook net iets té overmoedig, waardoor ik even niet oplet, de honden net dan een snok geven aan de slede en ik val. Niet loslaten was er gezegd, dus ik glijd – met mijn handen nog aan het handvat – op mijn buik door de sneeuw, terwijl ik probeer te remmen met één hand. Een scène uit de betere komedie. Al heb je niet alle valpartijen in de hand. Een huskyslede kan je immers niet echt besturen, het ding gaat gewoon rechtdoor. Ook als je honden besluiten om je over een boomstronk te trekken.

Onderweg wordt er zo nu en dan gestopt om te kijken of iedereen nog mee is, en om te genieten van een lekker tas soep als lunch rond een kampvuur ver weg van de bewoonde wereld. Dit is echt hoe ik het me had voorgesteld: op en top gezelligheid! Op dag 1 heb ik niet zo’n sterke, of gewoon luie, honden waardoor ik de hele tijd zelf moet meelopen en dus helemaal in het zweet sta (en achteraf last heb van stijve spieren). Op dag 2 heb ik wél snelle honden. Ik sta de hele tijd op de rem en krijg het écht heel koud (als in: mijn benen beginnen te trillen van de kou en ik heb er geen controle meer over). Veel hangt dus van je honden af! ’s Avonds slapen de honden buiten, maar niet voor we ze een lekker avondmaal hebben gegeten en hun bed van stro hebben opgemaakt. Wij slapen in Lainio in mooie houten huisjes mét elektriciteit, maar wel nog steeds zonder werkende wc of badkamer (wel gemeenschappelijk). Na twee dagen met de honden op trot ben ik zowaar bijna een dierenvriend geworden. Al ben ik ergens toch ook wel opgelucht wanneer we het eindpunt van de tocht (de Aurora Mountain Lodge in Lanavaara) bereikt hebben. Overnachten doen we in Camp Ripan in Kiruna, waar we eerst nog een uurtje doorbrengen in de spa voor het diner. Dat diner is voor het eerst in een restaurant met andere mensen – al trekken we ons daar niet te veel van aan, en gaan we gewoon eten in onze jogging – en we hebben voor het eerst ook een badkamer die werkt. We komen stilaan terug in de beschaving!

Op dag 5 staan er geen vermoeiende activiteiten gepland, wel een bezoek aan het ijshotel van Jukkasjärvi en Kiruna, en een busrit naar Abisko. Ik heb altijd gezegd dat ik eens een nacht wilde doorbrengen in een ijshotel, maar daar ben ik sinds het bezoek niet meer zo zeker van. Begrijp me niet verkeerd, het ijshotel is prachtig. Elke suite is anders, ingericht door kunstenaars van over heel de wereld. Ook de ijsbar mét ijsglazen is de max, MAAR voor een nacht tel je minstens 200 euro neer én dan heb je nog geen wc of badkamer in de buurt. Daarvoor moet je naar de nabijgelegen lodge (of 700 euro neertellen voor het hoogste kamertype). Bovendien mag je pas in je kamer om 18u en moet je om 8u ’s morgens al weer weg. Overdag worden er immers rondleidingen gegeven in het hotel. Dan geef ik dat geld liever uit aan een coole activiteit! Het bezoek aan Kiruna is geen succes. Er is echt niets te zien en er heerst een ongezellig sfeer. Vergelijkingen met Tsjernobyl voor de kernramp en Doel blijven niet uit. Kiruna leeft van de mijnbouw, tevens de bestaansreden van de stad. Omwille van het toenemende instortingsgevaar heeft het bestuur het plan aangevat om de hele stad te verhuizen: #onlyinsweden. Hopelijk maken ze de stad ditmaal dan meteen iets gezelliger. In de namiddag komen we met de bus in Abisko nationaal park aan waar we zo’n 3 uur vrij hebben tot het avondmaal. Al heeft duidelijk niemand veel zin om stil te zitten. We besluiten dan maar – door de diepe sneeuw! – naar het aanpalende meer te wandelen. Dat is volledig bevroren, waardoor je kan oversteken naar het nabijgelegen eiland. Al moet je je het enge geluid van het ‘bewegende’ ijs erbij nemen. Na het diner staat er nog een sneeuwschoenenwandeling op de planning, maar wanneer we buitenkomen, zien we een witte gloed (spoiler: op foto ziet het er altijd groener uit) aan de hemel dansen. Het noorderlicht! Ons geduld is op de proef gesteld – de eerste dagen was het telkens te bewolkt – maar nu hebben we geluk. We lopen het meer op om optimaal te kunnen genieten van dit natuurfenomeen. De amateurfotografen die ook verblijven in de lodge hadden het duidelijk al eerder door, want hun statieven en camera’s staan al opgesteld. Al probeer ik toch niet te veel foto’s te nemen en vooral te genieten (ook omdat Félix me hiertoe verplicht :p).

Tijd om voor de laatste keer de grens over te steken, naar Noorwegen deze keer. Ook hier kiezen we niet voor ‘the easy way’. Eerst nemen we de trein naar Katterat, een station dat niet via de weg te bereiken is. Daar doen we onze sneeuwschoenen aan voor een tocht langs een fjord van zo’n 3 uur. Opvallend hoe erg het Noorse landschap verschilt van het Zweedse. Die variatie maakt het net leuk. De sneeuwschoenenwandeling verloopt vlot, we komen zelfs aan bij Rombaksbotn (het laagste punt van het fjord) voor de rubberboot er is. Deze zal ons naar de overkant brengen, naar Sidvik waar Fredrik met de bus op ons wacht. De wind in het fjord is ijzig koud, dus we zijn dan ook eens zo blij wanneer we de bus opstappen en Fredrik gezorgd heeft voor een ‘mini Kerstmarkt’ met glühwein, warme chocomelk, warm bessensap (dé lokale drank), pralines, etc. Ja, toen heeft hij echt gescoord, en we vergeleken hem sowieso al met superman. Die avond staat er nog een busrit van 4 uur op het programma, maar die vliegt voorbij dankzij Tinder – echt een sociale app 😉 – en een leuk gezelschap van Laurence. De laatste twee nachten brengen we door in Andenes, de Lofoten, in Lankanholmen Sjøhus, prachtige huisjes aan het water.

Andenes zelf stelt niet veel voor – Er zijn maar 3 cafés! – maar het is de perfecte uitvalsbasis voor een walvissafari. Deze activiteit vormt de perfecte afsluiter van onze avontuurlijke reis, al denken de mensen die zeeziek werden daar misschien anders over. We hebben geluk: we spotten meerdere sperm whales of potvissen. Al moeten we om deze te zien wel de woelige zee en de ijzige wind trotseren. In de namiddag zouden we normaal een leuke wandeling maken op zo’n 12 kilometer van Andenes, maar omdat Fredrik dan toch geen superman blijkt te zijn en zeeziek in bed ligt, kan deze activiteit niet doorgaan. We gaan dan maar wandelen in de dorp en worden onverwacht beloond met een prachtige zonsondergang. Hoewel het laatste diner een beetje tegenvalt, laten we dat niet aan ons hart komen en gaan we nog met de hele groep pizza eten bij DaVinci. Op de terugweg naar onze huisjes worden we op de kop toe nog beloond met het noorderlicht. De ideale afsluiter van een perfecte week!

PS: Tijdens de busrit, of bussafari, naar de luchthaven op dag 8 zien we op de valreep nog een eland!

 

 

 

Plaats een reactie